Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], In het [24]vijfde jaar nu van Joram, den zoon van Achab, den koning van Israel, [25]toen Josafat koning was van Juda, [begon] Jehoram, de zoon van Josafat, den koning van Juda, te regeren. 24. Hetwelk was het twee en twintigste jaar des koninkrijks van Josafat. Vergelijk boven, hfdst.3 vs.1. 25. Want nog in het leven zijnde en het recht van den koninklijken stoel behoudende, had hij zijn zoon stadhouder gemaakt en met hem enige jaren geregeerd. Vergelijk hiermede de aantekening 1 Kon.22:42, en boven, hfdst.1 vs.17.